Nesticus cellulanus

Roberts, 1998, Spinnengids, Leiden: Naturalis : 311

Nesticus cellulanus (Clerck 1757), Holenspin Plaat 25

Beschrijving ♀ 3,5-6mm; ♂ 3-5mm. Achtcrlijfstekening is meestal zoals afgebeeld, maar bij sommige exemplaren kan deze meer uit losse fragmenten bestaan of zelfs afwezig zijn. Tekening op carapax is vrij constant, en poten zijn gewoonlijk duidelijk geringd, soms meer, soms minder dan afgebeeld. Epigyne en ♂-palp zijn zeer karakteristiek. Habitat In donkere vochtige ruimtes,zowel in bebouwing als natuurlijk - kelders, grotten, afvoerbuizen, riolen,sloten met overhangende vegetatie, holtes onder rotsblokken en op geschikte donkere vochtige plekken in bossen. Ze schijnen ook graag onder gestort afval van roestige platen ijzer te leven. Ook graag in oude forten. Volwassen Zomer tot herfst; ♀ hele jaar. Verspreiding NL B GB dw; Vooral in grotten van ZO-B en Z-Lim; verder in B vrij alg. in juiste habitat, in NL maar erg weinig wijd verspreide meldingen; N t/m Z-Finl.